Brevetzwemmen

Eens in het jaar organiseren we het zogenoemde brevetzwemmen, hierbij kunnen de leden voor brevet (diploma) op. Dit brevetzwemmen gaat volgens de regels van Reddingsbrigade Nederland, je krijgt van hen dan ook een officieel brevet, ieder naar zijn of haar eigen niveau. Hier gaan een aantal weken training vooraf, speciaal gericht op dit brevet, om het gewenste niveau te behalen. Foto's van het brevetzwemmen van vorig jaar zijn terug te vinden in het fotoportaal.

Junior Redder 1-4

Jezelf redden (6-10 jaar)
Kinderen kunnen meteen vanuit het ZwemABC (alleen A vereist) doorstromen als Junior Redder. De kandidaten worden verder watervreesvrij gemaakt en de basis wordt gelegd voor een verbeterde zwemslagtechniek. De Junior Redder wordt hierdoor een betere zwemmer en de zelfredzaamheid verbeterd, ook in moeilijke en onverwachte situaties. Van deze beginnende redder mag nog niet worden verwacht dat een redding volledig zwemmend wordt uitgevoerd. Een eerste kennismaking met hulp- en reddingsmiddelen is er dan ook op gericht om een ander te kunnen redden zonder het water in te hoeven gaan. Een gediplomeerde Junior Redder kan zichzelf redden, is vrij in het water en kan verschillende hulp- en reddingsmiddelen gebruiken om een ander vanaf de waterkant te redden.

Zwemmend Redder 1-4

Je vriendje redden (10-14 jaar)
De Zwemmend Redder wordt geleerd om een redding volledig zwemmend te kunnen uitvoeren. Bij deze 'natte' redding wordt de nadruk gelegd op het benaderen en het vervoeren van een drenkeling. De Zwemmend Redder leert werken met een rescue tube, het reddingstuigje en samenwerken met andere redders. Ook wordt meer ingegaan op het aanpakken van een ongeval, zoeken van drenkelingen in onbekend water en zorgen voor veiligheid tijdens een redding voor redder en drenkeling. Een gediplomeerde Zwemmend Redder kan een drenkeling redden door hem te zoeken, te benaderen en te vervoeren eventueel met extra hulp- en reddingsmiddelen.

Lifesaver 1-3

Redder (14-17 jaar)
De Lifesaver wordt opgeleid om zelfstandig een verantwoorde redding uit te kunnen voeren. Hierbij maakt de Lifesaver zelf de inschatting om dit droog of nat te doen en welke hulp- en reddingsmiddelen hierbij gebruikt worden. Bij Junior Redder en Zwemmend Redder zijn alle mogelijke reddingen aangeleerd, het gaat nu vooral om het inzicht om dit toe te passen onder verschillende omstandigheden. Ook wordt er aandacht besteed aan een stukje theorie en het verlenen van nazorg en EHBO. Een gediplomeerde Lifesaver kan onder begeleiding meehelpen in de waterhulpverlening, bijvoorbeeld bij strandwacht en evenementenbewakingen.

Lifeguard

Professional (17+) Lifeguards zijn de (meestal vrijwillige) professionals die toezicht houden in zwembaden, het strand bewaken, op een reddingsboot varen en hulp verlenen bij grote incidenten op het water. De kandidaten hebben uitgebreide mogelijkheden om hun eigen leerroute te kiezen, zodat ze gemotiveerd zijn en blijven om zich in te zetten voor hun eigen reddingsbrigade en voor bewakings- en hulpverleningstaken op lokale, regionale en landelijke schaal. De diploma's zijn beroepserkend (MBO) en de opleiding vindt zoveel mogelijk in de praktijk plaats. Dat betekent dat C.Z.C. haar vrijwilligers opleidt om de uitvoering van alle benodigde functies in ons reddingswerk op een erkend en geborgd kwaliteitsniveau uit te kunnen voeren.

Instructeursopleiding

Redders leren redden (15+) C.Z.C  leidt haar eigen instructeurs op onder begeleiding van eigen ervaren instructeurs. Uitgangspunt van de instructeursopleiding is dat deze aansluiten op de manier van leren van de kandidaten. Het gaat er niet om dat iedereen hetzelfde kunstje kan (les geven), maar juist dat iedereen een bijdrage heeft aan het uiteindelijke doel (een geslaagde cursist). Om dit te bereiken is het opleidingstraject flexibel en competentiegericht. De instructeurs in opleiding doen hun vaardigheden dan ook vooral op in de praktijk.

Instructeursopleiding

Redders leren redden (15+) C.Z.C  leidt haar eigen instructeurs op onder begeleiding van eigen ervaren instructeurs. Uitgangspunt van de instructeursopleiding is dat deze aansluiten op de manier van leren van de kandidaten. Het gaat er niet om dat iedereen hetzelfde kunstje kan (les geven), maar juist dat iedereen een bijdrage heeft aan het uiteindelijke doel (een geslaagde cursist). Om dit te bereiken is het opleidingstraject flexibel en competentiegericht. De instructeurs in opleiding doen hun vaardigheden dan ook vooral op in de praktijk.